VILLA COLORITO

(1911 - 1978)

TERUG NAAR OVERZICHT

Locatie: Hoofdstraat 119

Deze ‘kleurrijke’ villa van drie verdiepingen, voorzien van een torentje, is in 1911 gebouwd op verzoek van Frits Bolsius en werd omgeven door een prachtige tuin met een weelderige plantengroei en bloemenpracht. De villa is eens betiteld als een ‘sprookjeshuis met een geweldige uitstraling’. De architect ervan was de heer P.G. Buskens uit Nijmegen. De bouwstijl past geheel in de kunststroming van de ‘Jugendstil’. Binnen bevond zich een groot glas-in-lood-raam met een afbeelding van Sint Hubertus herinnerend aan de jacht. In WO II werd deze villa tijdens de bekende granaatweken door acht voltreffers behoorlijk vernield. Hij is toen provisorisch hersteld. De meest noodzakelijke reparaties zijn uitgevoerd, maar uiteindelijk is het pand in 1978 gesloopt. Nadien is op die locatie een supermarkt gebouwd.

Bouwgeschiedenis en kenmerkende aspecten

Op 3 juni 1910 schrijft de heer Frits Bolsius op briefpapier van architect P.G.Buskens Molenstraat 97 te Nijmegen met als chef-de-bureau de heer J.P.W.Bieling aan B&W van Schijndel het volgende: “Weledelachtbare Heeren – ondergetekende Frits Bolsius te Schijndel verzoekt beleefd vergunning tot het bouwen eener villa aan den Provincialen weg op een terrein kadastraal bekend Gem. Schijndel Sectie D no. 3542 volgens bijgaande tekeningen en omschrijving’ (1)

Uiteraard is die bouwvergunning aan hem verleend, is men met de bouw begonnen en in 1911 verrees een prachtige villa van maar liefst drie verdiepingen. In een krantenartikel uit 1993 wordt ‘huize Colorito’ betiteld als een plechtstatige villa, een soort sprookjeshuis met een geweldige uitstraling, waarvan de bouwkosten ca. 35.000 gulden bedroegen.(2) 

Villa Colorito, Hoofdstraat 119, is uitgevoerd in de bouwstijl destijds bekend onder de term ‘Jugendstil’. (3) Naast de leien dakbedekking betekende dit dat veel ornamenten en tierlantijnen waren aangebracht, zoals bv. een hoog torentje met een sierlijk uitgevoerd dakje en een bel die het overigens helemaal niet deed. Het had allemaal een zuiver decoratieve functie. De villa was allesbehalve onderhoudsvriendelijk, zowel wat het interieur als het exterieur betreft. Het ademde echter wel een heel aparte sfeer, helemaal omgeven door weelderige plantengroei, een adembenemende bloemenpracht en prachtige bomen. Het interieur werd gekenmerkt door hoge plafonds met allerhande sierlijke gipsen ornamenten. Een grote centrale open haard was de enige warmtebron op de benedenverdieping. Ter herinnering aan de jacht heeft de bouwer een groot glas-in-lood-raam laten aanbrengen met de afbeelding van de heilige Hubertus als patroonheilige van de jacht en de jagers. Jagen was immers een van de favoriete bezigheden van Frits Bolsius, maar ook zijn broers trokken naar diverse jachtterreinen om met een mooie buit terug te keren.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is in de periode van de bekende ‘Schijndelse granaatweken’ [17 september-23 oktober 1944] deze imposante villa door maar liefst acht voltreffers behoorlijk beschadigd. In het kader van de wederopbouwplannen is het huis toen provisorisch hersteld. Als gevolg van de reconstructie van de Hoofdstraat is in de jaren ’50 van de 20e eeuw een deel van de tuin onteigend. (4)

In 1954 overlijdt Frits Bolsius en blijft zijn weduwe in de villa wonen. Enige jaren later is een aannemer in de arm genomen om een kostenbegroting op te stellen gericht op een volledige restauratie. Van een algehele restauratie is uiteindelijk toch afgezien. Het achterstallig onderhoud nam na verloop van tijd dusdanige vormen aan dat het de familie Bolsius boven het hoofd groeide. In 1977 overlijdt de weduwe Bolsius-Verstraaten en de kinderen overwegen sterk het pand te verkopen. Allereerst is gedacht aan de gemeente Schijndel, maar die zag van de koop af. Ten slotte was het aannemer Timmermans-van der Heijden, die als buurman de villa kocht, maar vanwege de ontsluitingsweg die nodig was voor hun bedrijf in 1978 overging tot sloop.(5)

Verloedering van de leegstaande villa

Het besluit van de firma Timmermans-van der Heijden om tot sloop over te gaan en ter plekke winkels met flats neer te zetten maakte veel tongen los en de commentaren waren dan ook niet van de lucht. Op het gemeentehuis lagen al schetsplannen op tafel, maar volgens de heer Scholten, de toenmalige burgemeester, verkeerde alles nog in een prille fase en kon er nog van alles veranderen, alhoewel de Schijndelse bestuurders de concept-plannen niet onacceptabel vonden. Vernieling van het leegstaande pand bleef niet uit. In een krantenartikel uit die dagen wordt duidelijk dat er inmiddels sprake is van pure vernielzucht in en om de villa, dat closetpotten in elkaar geramd waren, muren waren weggebroken, ramen stukgeslagen, een deel van het dak al verdwenen was en op de bovenverdieping trof men de nodige puinhopen aan. In het krantenartikel werd de term ‘verkrotting’ gebruikt. Daders van dit alles zijn nooit gepakt en omwonenden klaagden dat achter de villa ook al bomen waren omgehakt. De burgemeester wees er vervolgens op dat de overheid weinig slagvaardig tegen deze verloedering kan optreden.

Men moet hierbij in acht nemen dat er vandaag de dag tal van beroepsprocedures zijn die het haast onmogelijk maken adequaat op te treden.(6)

Kraakactie en sloop van de villa

Een groep jongeren in Schijndel die waren aangesloten bij de in 1975 opgerichte ‘Stichting Etcetera’ hadden een duidelijk streven om een open jongerencentrum te realiseren. Ze grijpen hun kans en stellen de gemeente voor het leegstaande pand van eigenaar Timmermans-van der Heijden te kopen en het vervolgens te bestemmen voor de jeugd, verwijzend naar soortgelijke acties in omliggende dorpen als Sint Michielsgestel, Boxtel Veghel en Berlicum. Ze verspreiden een eigengemaakt pamflet onder de bevolking waarin ze de Schijndelse overheid verwijten maken over laksheid en gebrek aan invoelingsvermogen ten aanzien van de wensen van de jongeren in het dorp. Gedane beloften die  zijn gedaan tijdens de gesprekken die al drie jaar op rij gaande waren, zouden niet nagekomen zijn tot irritatie van de jongelui. Ten aanzien van hun kraakactie stellen ze onomwonden aan alle Schijndelaren: “Dit doen wij niet voor de lol of sensatie maar is bittere ernst’. (7) 

Gemeenschapshuis ‘in den Herd’ was niet acceptabel voor de jongeren want daar zouden ze geen lokaal voor zichzelf hebben en bovendien wat het daar verboden een spijker in de muur te slaan. Een eigen ruimte was voor die groepering onontbeerlijk zoals o.a. blijkt uit een rapportage over het Open Jongerenwerk. De krakers hebben hun actie pas na 24 uur gemeld bij de politie. Uit een ander krantenartikel getiteld ‘Kraakactie beëindigd door sloop van villa’ valt af te leiden dat de kraakactie en de bezetting van de villa Bolsius na 2 ½ week ten einde is gekomen. Het kon ook moeilijk anders want terwijl de acht krakers nog bezig waren hun spullen in veiligheid te brengen begon het aannemersbedrijf met de sloop. (8)  

De ontruiming verliep ordelijk. De krakers gaven gemeente en aannemer nog wel een snier mee door openlijk te verkondigen: “ Schijndel is een conservatief dorp behalve als het om slopen gaat”. Op de dag van de sloop werd de krakersgroep ontvangen op het gemeentehuis door loco-burgemeester Gerard van Herpen, aan wie ze hun gastenboek aanboden, want tijdens hun verblijf in de villa waren er niet minder dan 630 mensen op bezoek geweest.

Discussie binnen het gemeentehuis

Op 12 mei 1978 is de gepasseerde kraakactie op de politieke agenda terecht gekomen en is van de zijde van de firma Timmermans-van der Heijden op hetzelfde moment de voorgenomen sloop aan de orde gesteld. In verband daarmee ontspint zich een politiek steekspel tussen leden van de raad en het college van B&W. Men had de villa immers graag op de monumentenlijst gezien. Mejuffrouw Jet Geerkens, een vroegere bewoonster van de villa, pleit voor het behoud ervan. Raadslid Van de Veerdonk betreurt het zeer als zo’n markant gebouw uit het straatbeeld zou gaan verdwijnen, waarbij Gerard Kuijs zich aansluit. De heer Harrie Mulders wil graag van het college weten wat hun mening is ten aanzien van de sloop van het gebouw. Wethouder de Jong suggereert dat het om een particulier gebouw gaat en geen gemeentelijk gebouw, vandaar dat de mening van de raad niet relevant is. De stemming binnen de gemeenteraad zou er echter op duiden dat de meerderheid toch voor het behoud van het pand is, waarop door het college wordt geantwoord, dat de raad in deze geen competentie heeft. Het is de eigenaar van het pand die het recht heeft te beschikken over zijn eigendom en zelfstandig mag besluiten tot sloop, overigens wel onder de conditie dat een sloopvergunning moet worden aangevraagd, wat ook gebeurd is. (9)
Na afbraak van de villa is begonnen aan de bouw van enige flats en een winkelpand waarin achtereenvolgens de bedrijven werden gevestigd van Torro, daarna Edah en nu supermarkt Plus.

Voetnoten:

(1) BHIC 5017/330.122 [tekeningen en bestek zijn in het archief aanwezig]

Petrus Gerardus Buskens is geboren te Rotterdam op 10 september 1872 en aldaar overleden op 19 september 1939. Tot zijn 18e volgde hij avondlessen op de Academie voor Beeldende Kunsten in zijn stad. In 1890 werd hij aangesteld als opzichter bij de aanleg van straten en de daarmee samenhangende bouwwerken. Ook volgde hij de dagcursus op de academie van Prof. Henri Evers. Tot het werk van Buskens behoren kerken, ziekenhuizen, allerlei typen scholen, winkelpanden etc. Ook zijn chef de bureau was afkomstig van Rotterdam. Rond 1900 heeft Buskens zich gevestigd te Nijmegen. Hij bouwde aldaar een aantal panden in een harmonieuze, op de Jugendstil en Berlagestijl geënte bouwtrant. In zijn Nijmeegse periode bouwde hij, voornamelijk in opdracht van katholieke opdrachtgevers panden te Helmond, Boxtel en dus ook Schijndel [bron: Wikipedia]

(2) Brabants Dagblad onder de rubriek ‘Stille getuigen’  dd. 23 september 1993 van de hand van journalist Domien van der Meijden; Colorito mag men vertalen met ‘kleurrijk’

(3) De Jugendstil of art nouveau is een kunststroming die tussen 1890 en 1914 op verschillende plaatsen in Europa populier werd vooral als reactie op het vormvervagende impressionisme. De Jugendstil manifesteerde zich voornamelijk in gebruiksvoorwerpen [glaskunst, plateel, sieraden, meubilair etc.], in de architectuur en de schilderkunst. Deze stroming kende een korte maar hevige bloeitijd. In West-Europa was de stijl voor 1910 al verleden tijd terwijl hij in het oosten wat langer kon overleven [bron: Wikipedia]

(4) Schijndel in oude ansichten  [1971] een uitgave van de Europese Bibliotheek-Zaltbommel p.42 en zie ook in: Schijndel vroeger en later [2008] een uitgave van heemkundekring Schijndel door Jan van den Bosch met een inleiding van Henk van Roessel p.96-97

(5) Zie voetnoot 2

(6) Ongedateerd krantenartikel uit 1978 [vermoedelijk april] verschenen in het Schijndels Weekblad

(7) Zie voetnoot 6

(8) Ongedateerd krantenartikel in het Schijndels Weekblad uit 1978 [vermoedelijk eind april/begin mei]; van de sloop zijn diverse foto’s gemaakt waarvan er enige te vinden zijn in het heemarchief op de heemkamer van HKK Schijndel in de collectie van Theo van den Dungen [doos 6]

(9) Notulen van de raadsvergaderingen van respectievelijk 12 mei 1978 en 2 juni 1978

Vught/Schijndel, februari 2014. Henk Beijers en Henk van den Brand,leden van de historische werkgroep van HKK Schijndel.

 

 

TERUG NAAR OVERZICHT