BIERBROUWERIJ HET ANKER

(onbekend - 1917)

TERUG NAAR OVERZICHT

Locatie: Hoofdstraat 88

In het begin van de 19e eeuw hadden Lambertus Smits en zijn vrouw een bier- en azijnbrouwerij op de hoek Boschweg – Voortstraat. Later werd het bedrijf naar deze locatie verplaatst. In 1832 was het een brouwerij in een goede staat van onderhoud met een grote ketel, twee kuipen, een geelkuip, vatenkelder, mouterij en bergplaats, alles zeer goed ingericht.

In de “Staat der Fabrieken” van 1894 staat dat Lambert Bolsius hier een bierbrouwerij had waar 3 mannen werkten. De bedrijfsnaam “Het Anker” is teruggevonden op een van de briefhoofden van het bedrijf uit 1909. In 1915 is Mathijs Bolsius, zoon van Lambert Bolsius en Irene Raupp, eigenaar van het pand. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het bijzonder moeilijk om aan de nodige grondstoffen voor de bierbereiding te komen. Voor Mathijs Bolsius werd de situatie onhoudbaar en hij stopte met het bierbrouwen.

De brouwerij van Smits/Bolsius.

Daar waar tegenwoordig de Boschweg begint, ongeveer op de hoek bij de afslag Voortstraat, had Lambertus Smits, getrouwd met Petronella (Peternella / Piternel) van Bree, in het begin van de 19e eeuw een bier- en azijnbrouwerij. Later werd dit bedrijf naar de Hoofdstraat verplaatst, ter plaatse ongeveer waar tegenwoordig (HB: 1997) de ABN-AMRO bank gevestigd is. In 1832 werd de brouwerij als volgt omschreven:

De bier- en azijnbrouwerij, staande en gelegen in sectie D no. 20, in een goede staat van onderhoud, met een ketel groot 44 vaten, 33 kannen, no. 2 een kuip groot 15 vaten, 33 kannen en no.2 10 vaten, 31 kannen benevens eene geelkuip, vaatenkelder, mouterij en bergplaats alles zeer goed in gericht.

Lambertus Smits overleed in 1856, waarna zoon Thijs de brouwerij overnam. De toestand wordt in het verslag van de gemeente Schijndel over 1863 matig genoemd. In 1865 liet hij het pand geheel verbouwen. Het perceel was overigens gesplitst. Behalve de brouwerij stond er een smederij van P. Kemps op. Thijs Smits, bijgenaamd “d’n brouwer”, was door familiebanden gerelateerd aan de familie Bolsius. Zijn zus Allegonda was getrouwd met Hendrikus G. J. Bolsius uit Den Bosch. Zoon Lambert Bolsius, geboren op 30 oktober 1848, ging na zijn studie op de Ruwenberg en het Klein Seminarie te Sint-Michielsgestel bij zijn oom Thijs Smits, die geen kinderen had, werken. Na het overlijden van M.P. (Thijs) Smits in 1891 nam Lambert de brouwerij over. In de “Staat der Fabrieken” van Schijndel over 1894 staat vermeld dat L.J. Bolsius hier een bierbrouwerij had waar 3 mannelijke volwassenen werkzaam waren. Blijkens nog aanwezig briefpapier heette de brouwerij van Bolsius “Het Anker”. Lambertus Josephus Bolsius was getrouwd met Irene F.A.M. Raupp. Hij stierf op 4 juli 1907, waarna het bedrijf door zijn zonen Harrie en Frits werd voortgezet. Harrie en Frits Bolsius hadden in Schijndel nog een bedrijf te runnen, namelijk de kaarsenfabriek van oom Toon Bolsius, die zij in 1906 na zijn overlijden hadden overgenomen. In 1914 waren er bij de brouwerij Bolsius 5 mannelijke arbeiders in dienst. Bij de brouwerij was toen tevens een mouterij gevestigd. In 1915 wordt Mathijs Bolsius uit Den Bosch, zoon van Lambert Bolsius en Irene Raupp, als eigenaar van het pand Hoofdstraat 88 genoemd. Naar alle waarschijnlijkheid heeft hij in dat jaar ook de brouwerij overgenomen. De brochure “Verzeichnis der Niederländischen Brauereien” maakt melding van een nieuwe eigenaar van de brouwerij omstreeks 1915, namelijk M. Bolsius. Ook in de “Staat der fabrieken” van de gemeente Schijndel over 1916 wordt M. Bolsius als eigenaar van de brouwerij vermeld. Het bedrijf had toen 5 volwassenen in dienst. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, vooral na 1916, was het bijzonder moeilijk om aan de nodige grondstoffen voor de bierbereiding te komen. Dat is de reden waarom in deze periode vele brouwerijen gedwongen waren om met de productie te stoppen. Ook voor M. Bolsius werd de situatie onhoudbaar en hij stopte derhalve met het bierbrouwen. In 1918 of daaromtrent werd de brouwerij ter plaatse omgevormd tot een jamfabriek, de Asdonck II. In 1919 werkten in die fabriek honderd personen. Volgens het kadaster was in 1920 de eerdergenoemde Harrie Bolsius, zoon van brouwer Lambert Bolsius, eigenaar van het bewuste perceel met opstal. Een jaar later wordt als eigenaar genoemd N.V. Vruchtenconservenfabriek De Asdonck, waarna het in 1923 in bezit kwam van slager Geerkens die er, samen met zijn broer, een vleeswarenfabriek vestigde.

Bronnen: www.brabantsbier.eu/brouwerijplein/Schijndel; Schijndel in oude ansichten 1971, bladzijde 23.

 

 

 

 

 

 

TERUG NAAR OVERZICHT